Rabarber
Rheum rhabarbarum
Rabarber is een groente maar past ook in de siertuin. De bladeren zijn groot, gegolfd, rond- tot bladvormig en groeien snel. De stevige stelen dragen de bladeren en vormen de pollen.
Tijdens de bloei groeien er ook kleine bloemen in grote pluimen aan de stelen. Ze worden bevrucht door de wind en gebruikt als snijbloem. Hun bloeitijd is vanaf de lente tot en met de zomer en de kleuren variëren van rood, geel tot wit. Wanneer je rabarber plant voor de groenteteelt verwijder je de bloeistengels. Zo voorkom je dat de plant uitgeput wordt.
Eigenschappen
rood, geel, wit
Belangrijke zaken om te weten
Waar plaatsen
Hij kan overleven op alle grondsoorten. Hij staat best enkele uren in de zon en de resterende uren in de halfschaduw. De bodem moet steeds vochtig blijven en er moet voldoende ruimte zijn zodat de plant mooi kan groeien.
Onderhoud
Steeds controleren dat de plant geen last van slakken krijgt.
De grond bemesten is bij deze plant heel belangrijk voor een mooie bloei. Bemesten kan je door een stapeltje mest of compost rond de rabarberpollen te plaatsen, niet op het hart van de plant. De voedingsstoffen kunnen zo opgenomen worden door de rabarber. Doe dit tijdens de winter, na de winter en na de oogst.
Dit wist je nog niet:
Rabarber bevat veel oxaalzuur. Daarom wordt aangeraden om maximaal twee keer per week een portie rabarber te eten. De jongere stelen bevatten dit in beperkte mate, daarom worden de bladstelen best geoogst wanneer ze 2 tot 4 weken oud zijn.
Rabarber oogsten kan vanaf april, tot voor de langste dag (21 juni). Hierna keert het oxaalzuur terug vanuit de bladeren naar de stelen en wordt afgeraden om deze nog te consumeren. Verwijder bij het oogsten van de rabarber het grote blad, zo voorkom je uitdroging van de stelen.