Overslaan en naar de inhoud gaan

Philodendron

Philodendron is een kamerplant uit de aronskelkfamilie (Araceae). Het bevat ongeveer 400 verschillende soorten en wordt vaak gekweekt vanwege hun prachtige, groene bladeren. Philodendrons zijn tropische planten die oorspronkelijk uit Zuid-Amerika komen. Ze komen voor in verschillende vormen, van klimplanten tot vaste planten. Ze zijn eenvoudig te kweken en vereisen weinig verzorging. Ze zijn geweldige planten voor binnenshuis omdat ze luchtverontreiniging verminderen.

Eigenschappen

Kleur
geel
groen
Giftig
Giftig voor mens en dier
Zon
halfschaduw
schaduw
Locatie
binnen

Belangrijke zaken om te weten

Waar plaatsen

Philodendrons houden van indirect zonlicht. Plaats de plant dicht bij een raam maar bescherm de bladeren tegen fel zonlicht (halfschaduw), zelfs in volle schaduw zullen de planten zelden problemen vertonen. Ook qua temperatuur stellen Philodendrons weinig eisen, omstandigheden waarbij de temperatuur binnen de range 15-30°C zijn goed.  Ook droge lucht kan geen kwaad maar af en toe het stof van de grote bladeren afregenen kan uiteraard geen kwaad en kan helpen om spintaantasting te vermijden.

Cultivars (Soorten)

Er bestaan ongeveer 400 verschillende soorten die oorspronkelijk uit Zuid-Amerika komen. De bekendste soort is Philodendron scandens met hartvormige grote donkergroene leerachtige bladeren.

Sterke gelijkenis in uitzicht en groei is er met de Monstera deliciosa. De monstera is bekend om zijn zeer grote diep ingesneden donkergroene bladeren, maar deze behoort tot een andere familie, nl. de Monsteraceae. Deze soorten worden gebruikt in grote potten waarbij ze meestal worden aangebonden aan een mosstok.

Andere soorten zoals de Philodendron ‘Xanadu’ en de Philodendron bipinnatifidum groeien compacter en hebben kleinere goed ingesneden bladeren die vanuit de plantbasis vertakken zodat ze niet aangebonden moeten worden.

Onderhoud

Op het vlak van verzorging volstaat het om de grond licht vochtig te houden. Je geeft water geven wanneer de bovenste grond droog aanvoelt, best met ontkalkt water. In het groeiseizoen kan je de bekendste soorten met de grote bladeren best 1x/14 dagen wat plantenvoeding bijgeven, in de winter volstaat 1x/maand.

Men laat best niet langdurig water in de schaal onder de pot staan omdat de wortels dan kunnen afsterven. Te lange scheuten kunnen ingekort worden liefst bij het einde van groeiseizoen, naar de winter toe. Met het snoeisel (scheutstekken) en bladstekken kan je nieuwe plantjes maken. Je plaatst ze in een glas water zodat je een snelle beworteling krijgt. Vanaf beworteling zet je ze in een mengsel van potgrond+zand. 

Verpotten is enkel nodig bij jongere planten die te groot worden of indien de wortels echt uit de potten komen bij oudere planten; dit gebeurt best met een licht bemest turfmengsel met pH 5,5-6,0 waarbij onderin voor een drainagelaag wordt gezorgd (laag grind of potscherven).

Dit wist je nog niet:

  • Slaphangende bladeren wijzen op te weinig water, dit kan vooral in de zomer voorkomen;
  • bruine schadeplekken in de bladeren kunnen wijzen op een te koude standplaats;
  • verbleking van bladeren kan duiden op een te zonnige standplaats, vergeling kan ook voorkomen als de plant langdurig in te natte grond staat of als men nooit plantenvoedsel bijgeeft;
  • plaatselijke vergelingen op de bladbovenzijde duiden soms op spintaantasting aan de onderzijde van het blad (wegwassen met sponsje met zeepoplossing en spoelen);
  • witte pluisjes in de oksels van de takken of op de onderkant van de bladeren kunnen duiden op een aantasting met wolluizen. Deze kan je manueel weghalen (pincet) en wegwassen met een sponsje gedrenkt in alcohol, spiritus,… Nadien spoel je de bladeren af;
  • de plant is giftig is voor huisdieren en kinderen, vandaar best ergens bovenop zetten.