Overslaan en naar de inhoud gaan

Hopbeuk

Ostrya carpinifolia

De hopbeuk is een middelgrote loofboom die tot 18 m hoog wordt. De kroon is bol tot eirond en groeit op latere leeftijd erg breed uit. De bloei in maart - april fleurt de boom op. De gehele kroon wordt gevuld met geelgroene katjes die rijkelijk aanwezig zijn voor de bladontwikkeling.

De vruchten lijken op hopbellen van de hopplant, daaraan dankt hij dan ook zijn naam. Het eironde blad met zijn dubbel gezaagde bladrand lijkt zeer sterk op dat van de haagbeuk. In de herfst kleuren de bladeren geel.

Eigenschappen

Type
boom
Grootte
1800
Bladeren
eirond, dubbelgezaagde bladrand
Wanneer planten
februari
-
maart
Zon
halfschaduw
zon
Locatie
buiten
Snoeien
weinig of niet, december - januari
Bloem
geelgroene katjes

Belangrijke zaken om te weten

Waar plaatsen

De boom verdraagt schaduw en verkiest een luchtige, kalkrijke bodem. Buiten deze eisen groeit hij overal goed, zelfs op zeer droge bodems. De hopbeuk is zeer sterk, winterhard en windvast. Het is een mooie parkboom en hij past ook goed als laanboom aangezien hij enige verharding verdraagt. Door al deze kenmerken is deze boom een goede, duurzame keuze als stadsboom. Volgens boomkwekers is de hopbeuk Ć©Ć©n van de meest ondergewaardeerde bomen.

Onderhoud

De hopbeuk vraagt zeer weinig snoei. Wil je toch de boom in vormsnoeien, dan doe je dit in de maanden december - januari.

Dit wist je nog niet:

De latijnse benaming 'Ostrya' komt van het Griekse 'ostrua' dat vertaalt als been/bot. De naamgeving verwijst naar het zeer harde hout van de boom.