Overslaan en naar de inhoud gaan

Gewone vleugelnoot

Pterocarya fraxinifolia

De gewone vleugelnoot is een imposante, krachtige boom met brede kruin met enigszins neerhangende takken en dicht bladerdek, waaronder weinig groeit. Naarmate de boom ouder wordt, vormt hij meer kurklijsten op z'n stam en takken.

In de herfst en de winter heeft de boom opvallende knoppen, waar de nog onontwikkelde bladeren en bloemen door zichtbaar zijn. Jonge planten zijn gevoelig voor nachtvorst. De frisgroene bladeren zijn samengesteld en fijn gezaagd en staan op lange stelen (25 - 40 cm). In de zomer kleurt het blad donker olijfgroen en in de herfst goudgeel. De twijgen zijn groenbruin.

De citroengele bloeiwijze bestaat uit hangende katjes die tot 15 cm lang zijn. De noten in het najaar hangen aan lange katjes die wel tot 45 cm lang kunnen zijn. Daartussen zijn vleugeltjes zichtbaar, vanwaar de naam 'vleugelnoot'.

Eigenschappen

Kleur
geel
Type
boom
Grootte
2500
Bladeren
frisgroen, fijn gezaagd samengesteld blad aan lange stelen
Wanneer planten
maart
-
april
Zon
halfschaduw
zon
Locatie
buiten
Snoeien
weinig of niet
Bloem
citroengele, hangende katjes, tot 15 cm lang
Extra
winterhard
zouttolerant
Ph
neutraal

Belangrijke zaken om te weten

Waar plaatsen

De gewone vleugelnoot geniet van een plaatsje in de volle zon of halfschaduw met een voedselrijke en vochtige bodem.

Onderhoud

Weinig of geen snoei nodig. De boom niet snoeien in het voorjaar, dan kan hij gaan 'bloeden'. Enkele soorten staan hier bekend voor. Dit wil zeggen dat na de winter, wanneer de sapstroom weer opgang komt, sap uit de wonden bij de boom vloeit.

De boom zal niet 'dood bloeden' maar deze plaatsen zijn ideale omstandigheden voor schimmels en bacteriën.

Afbeelding